zondag 29 april 2012

Subvraag 4a i: Wat doen de trainers om dit te controleren?



Er gebeurt een screening (bij voorkeur door een erkend keuringsarts). 

Sportmedische screening bestaat minstens uit een vragenlijst (naar de persoonlijke en familiale voorgeschiedenis), een lichamelijk onderzoek, een rustelektrocardiogram en het bepalen van het SCORE-risico. Deze basisscreening zal ongeveer 55 euro kosten. Let wel: voor preventieve onderzoeken is geen tussenkomst door de mutualiteit voorzien. De arts vermeldt op het doktersbriefje (of getuigschrift voor verstrekte hulp): "preventief sportmedisch onderzoek – geen terugbetaling".

Bij een SCORE-risico van 5% of hoger is een inspanningselektrocardiogram aangeraden. Het inspanningselektrocardiogram wordt afgenomen tijdens een inspanningstest op een fietsergometer volgens het zogenaamde VO2max-protocol of 1-minuutprotocol. Dit onderzoek kan uitgevoerd worden bij een erkend keuringsarts. U betaalt hiervoor een supplement van 35 euro. Indien nodig verwijst de keuringsarts u door naar de hartspecialist of cardioloog.
Deze test dient enkel om de sportmedische geschiktheid te beoordelen. Voor het bepalen van de trainingshartfrequenties en trainingsadvies wordt een andere test gebruikt, met afname van melkzuur tijdens de test.

Deze screening moet minstens om de vijf jaar herhaald worden of eerder volgens het advies van de keuringsarts of bij (nieuwe) klachten.
Naast onderliggende hartaandoeningen bestaan er nog andere risicofactoren voor sportbeoefening, die meestal eigen zijn aan een bepaalde sport. Vraag dit na aan je (sport)arts.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten