vrijdag 27 april 2012

Subvraag 4a: welke invloed heeft topsport op het hart van een jong kind?


   
Sporters bezitten sowieso meer spiermassa dan iemand die niet sport. Een grotere spiermassa betekent dat het hart meer bloed moet rondpompen om alle hongerige spiercellen van voedsel te voorzien, zodat ze kunnen presteren. Met vele jaren van training zijn niet alleen de spieren van de sporter groter geworden, zijn hart is ook meegegroeid. Een sporthart is dus flink groter dan een ongetraind hart. Er zitten grotere kamers in, die met elke slag meer bloed kunnen wegpompen. Netto resultaat is dat een sporthart niet sneller hoeft te pompen om extra zuurstof naar de spieren te voeren en het krijgt sneller de afvalstoffen uit de spieren weg.

Sporters overlijden vaak aan een hartafwijking. De meest voorkomende hartafwijking waaraan jonge sporters overlijden (aangetroffen in ongeveer de helft van de gevallen), is de hypertrofische cardiomyopathie, afgekort HCM. Hypertrofisch betekent dat de hartspier te dik is, cardiomyopathie betekent dat de hartspier ziek is. Dus, vrij vertaald, een 'zieke, dikke hartspier'. De wand van de linkerhartkamer, de grote pomp van het lichaam, heeft meestal een dikte (in ontspannen toestand, dus als hij niet samentrekt) van tien tot twaalf millimeter.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten