donderdag 10 mei 2012

Subvraag 4c: Wat zijn de gevaren voor de gezondheid bij jonge kinderen die aan topsport doen?

In het artikel sportletsels door overbelasting werd in de laatste regel al weergegeven dat er nog andere gevaren voor de gezondheid zijn.
Hieronder twee artikels over nog andere gevaren voor de gezondheid.

Artikel 1:


Veel vrouwelijke topsporters hebben eetstoornis (anorexia athletica):

Naar schatting lijdt 20% procent van de vrouwelijke topsporters die esthetische sporten (turnen, kunstschaatsen, skispringen) of duursporten beoefenen aan een eetprobleem. De achtergrond van hun eetproblemen verschilt vaak van die van niet-sporters.

Naast familie- en persoonlijkheidsfactoren spelen sportgerelateerde factoren een voorname rol in de ontwikkeling van eetproblemen, zoals de sterke nadruk die wordt gelegd op uiterlijk en gewicht als voorwaarde voor topprestaties.

Andere belangrijke factoren zijn commentaar en druk vanuit begeleiders, regelmatige publieke gewichtsmetingen om in een bepaalde gewichtsklasse ingedeeld te kunnen worden en de noodzaak om strakke, weinig verhullende sportkleding te dragen.

Tot die conclusie kwam sportpsycholoog Karin de Bruin na een onderzoek bij turnsters, dansers, sporters met en zonder eetgedrag en scholieren.

De belangstelling voor de relatie tussen eetstoornissen en topsport is niet nieuw en heeft zelfs geleid tot de term anorexia athletica.

Te weinig gesterkt tegen stress en prestatiedruk. 

Vooral sporters met een negatief lichaamsbeeld lopen een risico. Ook de regelmatige vergelijking met andere, dunnere teamgenoten of tegenstandsters is nefast.

“Dat leidt weer tot een grotere kans op het ontwikkelen van eetproblematiek”, aldus De Bruin.

“Het niet kunnen omgaan met prestatiedruk en wedstrijdspanning vergroot eveneens de kans op eetproblemen.”

Overeenkomsten tussen topsporters en eetstoornispatiĆ«nten. 

Topsporters en eetstoornispatiƫnten lijken op elkaar wat betreft hun afwijkende restrictieve eetgedrag en hun psychische kenmerken zoals doorzettingsvermogen en de obsessieve neiging om steeds verder te gaan, waarbij ze allerlei lichamelijke ongemakken trotseren.

Uit onderzoek blijkt dat veel vrouwelijke atleten als gevolg van sterk verminderde voedselinname en hoge prestaties niet alleen eetstoornissen ontwikkelen. Tal van sportvrouwen krijgen last van amenorroe (het uitblijven van de ongesteldheid) of osteoporose (botontkalking). Deze drie kenmerken kregen de naam ‘female athlete triad’.

Nadruk op plezier. 

De Bruin pleit voor meer preventie en aandacht voor eetproblemen in de sport. De nadruk moet volgens de sportpsycholoog opnieuw meer komen te liggen op het scheppen van sportplezier en persoonlijke ontwikkeling in plaats van gewicht en resultaat.



Artikel 2:


BIGOREXIA OF DE VERSLAVING AAN SPORT

Bigorexia of de verslaving aan sport
Bigorexia is een stoornis waarbij sprake kan zijn van een verslaving aan sport. Wie aan bigorexia lijdt, beweert niet meer zonder sport te kunnen en voelt zich niet goed wanneer hij of zij geensport mag beoefenen.
Chemisch zou het als volgt kunnen uitgelegd worden: door intensievesportbeoefening wordt endorfine aangemaakt. Deze endorfine is in staat om het lichaam in een lichte euforie te brengen, zodat de sporter zich extra goed gaat voelen. Biochemisch gezien, kunt u endorfine vergelijken met producten als morfine. Door die endorfine gaat de sporter telkens weer opnieuw op zoek naar dat aangename gevoel tot het een dwangmatige gewoonte wordt.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten